Gedrag bekeken vanuit Regulatie
- Janine Veerman I Praktijk ViaMea

- 22 sep
- 6 minuten om te lezen
Wanneer je te maken hebt met mensen, op je werk of thuis, krijg je automatisch te maken met gedrag. In dit artikel wil ik uitleggen waar dat gedrag vandaan komt en wat je ermee kan. Dit zal ik doen aan de hand van de principes van regulatie.

Wat is Regulatie?
Regulatie verwijst naar de bewuste en onbewuste processen waarmee we onze emoties, gedachten en fysieke reacties (gedrag) in balans houden, met als doel ons aan te passen aan de situatie en onszelf veilig te houden of veilig te stellen. Het stelt ons in staat om passend en effectief te reageren op wat er binnen en buiten ons gebeurt. Dat kan betekenen dat je rustig blijft in een stressvolle situatie, maar ook dat je juist krachtig en snel handelt. Wat het meest passend of helpend is, hangt altijd af van de context.
Er zijn verschillende vormen van regulatie: sommige meer bewust, andere grotendeels onbewust. In dit artikel bespreken we auto-regulatie, zelfregulatie, co-regulatieĀ en disregulatie. Elk van deze vormen speelt een belangrijke rol in ons welzijn en hoe we omgaan met de uitdagingen van het leven.
Regulatie en het zenuwstelsel
Om de verschillende vormen van regulatie goed te begrijpen, is het handig om eerst iets meer te weten over ons zenuwstelsel. Dit netwerk loopt door ons hele lichaam en zorgt ervoor dat ons brein kan communiceren met al onze organen en systemen. Voor dit artikel benoemen we drie delen:
1. Het sympathische zenuwstelsel
ā Zet ons lichaam in actie.
Gericht op presteren, alert zijn en kunnen handelen bij dreiging of uitdaging.
Wanneer dit systeem actief is, verbruikt het lichaam vooral voedingsstoffen en energie. Stresshormonen als adrenaline, cortisol en dopamine worden aangemaakt. Hartslag, ademhaling en spierspanning nemen toe, terwijl de spijsvertering en herstelprocessen juist afnemen.
2. Het parasympatische zenuwstelsel
ā Zet ons lichaam in ontspanning.
Gericht op herstel, opbouw en behoud.
Hartslag, ademhaling en spierspanning dalen, de spijsvertering wordt juist actief. Dit systeem produceert rustgevende stoffen zoals serotonine, melatonine en GABA.
Binnen het parasympatische stelsel zijn twee takken te onderscheiden:
Ventrale takĀ (actievere vorm): gericht op verbinding, bewust denken, kiezen en handelen en sociaal afgestemd en passend gedrag.
Dorsale takĀ (passievere vorm): gericht op rust, herstel, slaap, intimiteit en zelfs overleving. Evolutionair gezien is dit het oudste deel van ons zenuwstelsel.
Deze systemen werken vaak in samenhang ā ze kunnen gelijktijdig actief zijn en beĆÆnvloeden zo onze staat van zijn.
1. Auto-regulatie
Auto-regulatieĀ komt voort vanuit de communicatie tussen (vooral) het reptielenbrein, emotiebrein en het autonome zenuwstelsel, en bepaalt hoe ons systeem zichzelf automatisch afstemt op wat we ervaren. Het gebeurt grotendeels onbewust, zonder dat we er bewust invloed op hebben.
Ons reptielenbrein en emotiebrein scannen voortdurend interne en externe prikkels ā wat we zien, voelen, ruiken, proeven en horen ā en bepaalt aan de hand daarvan of we veilig zijn of niet. Vanuit die inschatting wordt bepaald welke stand van het systeem geactiveerd moet worden om veiligheid te verkrijgen of vast te houden. Dat gebeurt razendsnel, vaak sneller dan we bewust kunnen bijsturen. Daardoor is onze eerste reactie soms anders dan we achteraf hadden gewild.
Mogelijke āstandenā van ons systeem:
Veilige of comfortabele situaties:
Relaxed & ConnectedĀ (ventraal is het meest actief): bijv. een goed gesprek, een ontspannen etentje.
Active & FocusedĀ (sympathisch + ventraal zijn beide het meest actief): bijv. tijdens sporten, een wedstrijd of presenteren.
Rest & DigestĀ (dorsaal + ventraal zijn beide het meest actief): bijv. slaap, rustmomenten, intimiteit.
Onveilige of overbelaste situaties:
Fight or FlightĀ (sympathisch is het meest actief): bij dreiging of gevaar.
Freeze & FawnĀ (sympathisch + dorsaal zijn beide het meest actief): bij bevriezen, pleasen of ondergaan van dreiging.
Collapse & DissociateĀ (dorsaal is het meest actief actief): de ānoodremā bij ernstige overweldiging; een soort shutdown. Dit komt voor bij bijvoorbeeld burn-out, depressie of intens trauma.
Deze āstandenā zijn richtlijnen, zoals ik die gebruik. Er zijn er waarschijnlijk meer, en ook wetenschappelijke inzichten blijven zich ontwikkelen.
2. Zelfregulatie
Zelfregulatie verwijst naar het vermogen van een individu om zijn of haar emoties, gedachten en gedragingen zelfstandig en vanuit bewuste keuze te reguleren. Het is het proces waarbij we onszelf kalmeren en in weer balans brengen. Een persoon die goed in staat is tot zelfregulatie kan effectief en vanuit bewust handelen omgaan met stress, uitdaging, frustratie of angst, en snel terugkeren naar een rustige staat van zijn.
Het gaat niet alleen om het reageren op onmiddellijke stress, maar ook om het reguleren van je lange termijn gedrag en keuzes. Het is een actieve en bewuste vorm van regulatie waarbij je jezelf bijstuurt om in lijn te blijven met je waarden, doelen en welzijn. Het is een bewuste keuze om je gedrag af te stemmen op wat het beste is voor je, ook op de lange termijn.
Zelfregulatie kan wanneer ons ventrale stelsel, in ieder geval iets, actief blijft. Vanuit het ventrale stelsel kunnen we tot rationeel en bewust denken en handelen komen. Dit zie je terug in onze cognitieve en executieve vaardigheden, zoals plannen, organiseren, flexibel zijn, emotie- en gedragsregulatie. Je kan dan nauwkeurig blijven waarnemen en voorkomen dan je impulsief wordt of blokkeert.
Zelfregulatie is dan ook iets wat we ontwikkelen. Hoe beter we onszelf kennen, wat ons triggert en wat je dan juist wel of niet nodig hebben, hoe beter we onszelf kunnen reguleren. Kinderen hebben de aanleg hiervoor al vanaf de geboorte, al zijn ze zich er dan nog niet direct bewust van. Ook missen ze nog de nodige kennis en inzichten. Naar mate ze ouder worden leren ze steeds bewuster zichzelf te reguleren, vanuit de kennis en inzichten die ontwikkelen. Het is een belangrijke vaardigheid om uit te kunnen groeien tot een zelfredzaam individu.
3. Co-regulatie
Co-regulatie vindt plaats tussen twee of meer mensen, waarbij ons autonome zenuwstelsel signalen oppikt van de 'stand' van de ander en zich daaraan aan zal passen.
We kunnen co-regulatie ook bewust inzetten. Dit gebeurt vaak in relaties, waarbij bijvoorbeeld een partner, vriend, ouder of therapeut de ander ondersteunt in het reguleren van emoties; door een luistert oor te bieden, een arm om je heen, een knuffel, aanmoedigen, relativeren, stimuleren, motiveren, aan te sporen of troosten bijvoorbeeld.
Ons autonome zenuwstelsel maakt ook gebruik van co-regulatie, maar dan op een onbewust niveau. Dit is te te zien wanneer iemand in een groep opeens heel erg schrikt, daar reageert ons autonome zenuwstelsel dan direct op (jij wordt alert of schrikt ook). Dit wordt ook wel spiegelen genoemd. Wanneer de ander ontspannen is, zijn wij dat zelf ook makkelijker. Is de ander heel gespannen, angstig en gestrest, activeert dat sneller het sympathische stelsel in onszelf. In extreme gevallen kunnen we elkaar ook juist niet helpen vanuit de co-regulatie. Dan verergerd de situatie juist. Dat wordt dan ook meer co-escalatie genoemd.
Co-regulatie is essentieel voor onze emotionele gezondheid, aangezien we als sociale wezens de steun van anderen nodig hebben om een gezonde emotionele staat te behouden.
Het kan gebeuren dat iemand afhankelijk is (geworden) van co-regulatie en daarbij onvoldoende instaat is tot voldoende zelfregulatie. Dan wordt je dus afhankelijk van anderen en de situatie om je heen. Dit maakt iemand kwetsbaar.
4. Disregulatie (of valse regulatie)
Disregulatie is het tegenovergestelde van regulatie. Het verwijst naar het onvermogen om je emoties of reacties effectief te reguleren, wat kan leiden tot impulsieve of ongecontroleerde gedragingen, stress en zelfs paniek.
Disregulatie kan optreden wanneer het zenuwstelsel niet goed in staat is om zich aan te passen aan veranderingen, wat leidt tot een gevoel van overweldiging of zelfs burn-out.
Ook kan er valse regulatie ontstaan. Dit is bijvoorbeeld wanneer iemand altijd gespannen is, ook als de situatie niet dreigend of gevaarlijk is. Het autonome zenuwstelsels blijft dan veel prikkels opvatten als dreigend, ook als dat in werkelijkheid niet zo is. Dit kan ook met het ventrale stelsel gebeuren, dan ziet iemand juist geen dreigingen meer, ook als die er wel zijn. De prikkels van binnen of buitenaf worden dan (enorm) over- of onderschat en de reacties daarop zijn niet meer in lijn met de werkelijkheid.
Disregulatie (of valse regulatie) ontstaat niet zomaar. Het is altijd een logisch gevolg van iets. Dat kan komen door bijvoorbeeld trauma, (angst)stoornissen, depressie, burn-out of door disfunctionerende/dreigende (leef)omstandigheden. Hierbij is vaak het advies om de hulp in te schakelen van een deskundige.
Wil je je hier meer in verdiepen of schat je in dat dit goed zou zijn voor je team of organisatie. Neem gerust contact met me op voor meer informatie of training! Dit kan via info@praktijkviamea.nl of www.praktijkviamea.nl



Opmerkingen